Sisyphus begroting

Toen het tekort op de begroting nog (nominaal) onder de 3% zat, leek het alsof het overheidsbudget helemaal onder controle was. Nu het terug op 3% staat, lijkt de slinger dan weer al te ver de andere richting uit te gaan en is de hysterie nooit ver weg. Het loont de moeite om een historische vergelijking te maken om nuchter te kunnen inschatten voor welke begrotingsinspanning we nu juist staan.

Om daar zicht op te krijgen maakte de KBC studiedienst recent een historische vergelijking met eerdere hervormingsregeringen. Volgens KBC moet de regering Michel een (structureel primair) tekort dichten ter grootte van 2,3% van het BBP. Dehaene leverde met zijn Globaal Plan begin jaren 90 een inspanning van 4,5 %. En Martens reed met zijn Spaarplan zelfs een gat toe van 10,6 %! Is de hysterie over de Zweedse besparingen dan een stormpje in een glas water?

Wel, het gat dat de regering Michel moet dichten is wel wat groter dan deze historische vergelijking doet uitschijnen. Want de komende jaren zal de regering elk jaar bijkomende kosten in rekening moeten brengen. We worden geconfronteerd met een ‘Sisyphus begroting’. Telkens we de begrotingsbal wat hoger de berg op duwen, rolt hij weer wat naar beneden. Daarom is een vergelijking met de saneringsoperatie van Martens en Dehaene complex.

Een eerste groot verschil met de jaren 80 is dat de babyboom generatie toen massaal op de arbeidsmarkt kwam en zo de economie – en dus ook de begroting – een fikse duw in de rug gaf. De komende jaren gaat deze generatie op pensioen, en staan we voor het omgekeerde effect. Elk jaar ‘kost’ de vergrijzing de overheid aan pensioenen en gezondheidszorg minstens 0,2% BBP extra. Over vijf jaar bedraagt de bijkomende kost dus beduidend meer dan 5 miljard euro. Dit komt bovenop het reeds bestaande structurele tekort van 2,3%. Daarom is een pensioenhervorming ook onvermijdelijk.

Ten tweede kende de Europese economie zowel medio jaren 80 als 90 een forse boom. Vandaag gaat de Europese economie door de langste recessie in de naoorlogse geschiedenis. Mede daardoor wordt de potentiële groei voor België geraamd op 1%. In de jaren 80 was dit meer dan het dubbele! Telkens de potentiële groei neerwaarts wordt herzien, wordt ook het structureel deficit naar beneden herzien. Waardoor de begrotingsbal opnieuw wat verder de berg af rolt.

Ten derde daalden de overheidsinvesteringen tussen 1982 en 1990 van 4,2% naar 1,6% BBP. Zo werd 2.6% relatief ‘ongemerkt’ weggesaneerd. Dat is haast even veel als het totale nominale tekort vandaag! De komende jaren moet evenwel ruimte gecreëerd worden om opnieuw te kunnen investeren!

Tot slot bestond een belangrijk deel van de inspanning onder het Spaarplan en het Globaal Plan uit het verhogen van de lasten op arbeid. De regering Dehaene hanteerde een verhouding van 2/3 lastenverhogingen en 1/3 besparingen om het begrotingsgat te dichten. Bij de regering Michel is dit omgekeerd, uit noodzaak! Vandaag is België immers Europees kampioen in lasten op arbeid, en ook qua algemene belastingdruk staan we aan de top.

Samengevat staat de regering Michel voor een begrotingsinspanning die ergens ligt tussen het Globaal Plan van Dehaene en het Spaarplan van Martens. Stevig, maar geen reden tot hysterie! Maar de weg uit het dal is toch steiler dan het op het eerste zicht lijkt. De besparingen komen er wel degelijk uit barre noodzaak, en niet uit politieke ideologie. Wijselijk werd aan de EU voorgesteld om de inspanning uit te smeren over 4 jaar. Een verbetering van het structureel tekort a rato van ongeveer 0,5% BBP per jaar zal de economische groei niet fnuiken.

Wel is er vandaag geen devaluatie van de Frank of een toetreding tot de Euro om de noodzaak tot ingrijpen te onderlijnen. Maar de ‘sense of urgency’ is nu niet minder dan toen. Zowel het Spaarplan als het Globaal Plan legden telkens de fundamenten voor de sociale welvaartsstaat van het volgende decennium. Dat is ook nu de inzet. En ja, ook toen gingen de hervormingsregeringen van start in stormachtig water. Maar de partijen die hun verantwoordelijkheid namen, werden bij de daaropvolgende verkiezing door de kiezer beloond!

Verschenen in De Tijd van 5 november 2014.

Laat een reactie achter:

Uw e-mailadres zal niet worden gepubliceerd.

Site Footer