Geachte familie,
Beste collega’s,
Op 19 december overleed op 81-jarige leeftijd gewezen politica Miet Smet. Ze werd geboren tijdens de Tweede Wereldoorlog, meer bepaald op 5 april 1943 in Sint-Niklaas. Ze was de oudste dochter van toenmalig CVP-senator Albert Smet. In haar eigen woorden beleefde ze een ‘eenvoudige, maar gelukkige jeugd’. Na haar middelbare studies, studeerde ze in Gent voor maatschappelijk werkster. Dat maatschappelijk engagement is een bron van inspiratie gebleven voor de rest van haar professionele loopbaan.
Vanaf het begin toonde ze een grote bezieling voor twee thema’s in het bijzonder, de emancipatie van de vrouw en de zorg voor ons leefmilieu. In 1971 behoorde ze tot één van de medeoprichters van de Bond Beter Leefmilieu. Haar eerste stappen in de politiek zette ze in 1974, toen ze binnen de CVP de vrouwenbeweging Vrouw & Maatschappij oprichtte. Ze lanceerde ook de eerste ‘Vrouwendag’. Vandaag lijkt dit vanzelfsprekend, maar toen vereiste dit nog een stevige dosis politieke moed en moed, dat had Miet Smet op overschot.
Haar carrière nam al snel een hoge vlucht. Amper vier jaar later, in 1978, deed ze al haar intrede in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. In ‘85 werd ze staatssecretaris van Leefmilieu en Maatschappelijke Emancipatie, een functie die haar op het lijf was gegoten. In ‘92 werd ze minister van Tewerkstelling en Gelijke Kansen. Ze creëerde toen de zogenaamde ‘Smet-banen’, waarmee ze langdurig werklozen nieuwe kansen gaf op de arbeidsmarkt. In haar eigen woorden was werk meer dan een inkomen. “Het is ook waardigheid, het gevoel dat je er écht toe doet.” Maar bovenal groeide Miet Smet uit tot één van de iconen van de vrouwenemancipatie in de Belgische politiek. Ze was een felle voorvechtster van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen, zowel in de samenleving, op de arbeidsmarkt, als in de politiek zelf. Mede dankzij haar doorzettingsvermogen werd in 1994 de wet ‘Smet-Tobback’ aangenomen, waarmee de gegarandeerde vertegenwoordiging van vrouwen op kieslijsten wettelijk werd verankerd. In 1999 werd ze verkozen in het Europees parlementslid. En in 2004 maakte ze haar overstap naar dit Vlaams Parlement.
Na haar actieve politieke loopbaan werd ze benoemd tot minister van Staat. En in 2009 werd hier ze gehuldigd voor haar dertigjarig mandaat als parlementslid. Weinigen deden het haar voor. De politiek was voor haar ‘a lifetime achievement’. In de politiek vond zij ook persoonlijk geluk. In 2008 huwde ze met oud-premier Wilfried Martens en in haar memoires beschreef ze haar huwelijk met hem als “de gelukkigste periode van haar leven.”
Collega’s, Miet Smet toonde heel haar leven een onvermoeibare inzet voor meer sociale rechtvaardigheid. Ze toonde een groot en warm hart voor de meest kwetsbaren in de samenleving. De mensen konden steeds rekenen op de vastberadenheid waarmee ze hun zaak verdedigde in de politieke arena.
In haar autobiografie ‘Ik kijk alleen vooruit’, blikt ze toch ook en vooral tevreden terug. In de kernachtige stijl die haar zo kenmerkte, zegt ze hierin: “Ik zou mijn leven meteen overdoen.” En ze voegde eraan toe: “het belangrijkste wat je kunt nalaten, is het besef dat je een verschil hebt gemaakt.” En een verschil, beste collega’s, dat heeft ze vast en zeker gemaakt. Miet Smet heeft een onuitwisbare indruk nagelaten, zowel binnen als buiten de politiek. Voor velen zal ze een bron van inspiratie blijven, toen, nu en voor altijd.
Namens de cd&v-fractie en het hele Vlaams parlement betuig ik ons oprechte deelneming met de hele familie.
Peter