De aankondiging van het ontslag van 3.500 werknemers bij ING is een sociaal drama. Eerder waren er al soortgelijke aankondigingen bij AXA en P&V. De oorzaak is hier niet de globalisering zoals bij Caterpillar, maar wel de automatisering. De opkomst van digitaal bankieren lijkt een kaalslag te ontketenen in het kantorennetwerk van financiële instellingen. In het moederland van ING – Nederland – is de digitalisering al verder doorgedrongen dan bij ons, ook in heel wat andere sectoren. De banen die hierdoor verdwenen, werden er echter vervangen door nieuwe. De werkloosheid bedraagt in Nederland vandaag amper 6 procent en hun economie trekt terug aan. De automatisering leidt dus niet noodzakelijk tot minder jobs … maar mogelijk wel tot minder goed betaalde jobs. Het gemiddelde reële loon daalde in Nederland vier jaar op rij tussen 2010 tot 2014. Het aantal vaste contracten daalt er al vele jaren ten voordele van tijdelijke of flexibele contracten, vooral onder laag- en middenschoolden. Ook het aantal ‘zelfstandigen zonder personeel’ is er spectaculair toegenomen. Die laatste groep bouwt amper pensioenrechten op en hun inkomen ligt gemiddeld lager dan dat van een werknemer. Kortom, de Nederlandse arbeidsmarkt is al enkele jaren aan het polariseren tussen zij die nog genieten van een beschermd statuut en zij die moeten vrede nemen met precaire contracten.
Moeten we ook in ons land vrezen voor een ‘Nederlands scenario’? Het goede nieuws is dat er in ons land sinds kort weer meer jobs gecreëerd worden dan dat er verdwijnen. Maar zijn die nieuwe jobs ook even kwaliteitsvol op het vlak van loon en sociale bescherming als degene die verloren gaan? De jobs in de financiële sector – die nu zo hard getroffen wordt – behoren immers tot de beter betaalde. Nieuwe jobs worden vooral gecreëerd in de uitzendarbeid, de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening. Ook dit zijn volwaardige jobs, maar deze sectoren behoren gemiddeld niet tot de hoogst verloonde. Toch lijkt het in België lang niet zo’n vaart te lopen als in Nederland. Het gemiddelde inkomen blijft al jaren gestaag stijgen. En de Nationale Bank becijferde recent dat tussen 2010 en 2014 de lagere inkomens verhoudingsgewijs zelfs sterker stegen dan de hogere inkomens! Wel is het zo dat wie een nieuwe job vindt steeds vaker vrede moet nemen met een tijdelijk contract of uitzendarbeid. Pas de komende jaren zal blijken of zij ook kunnen doorgroeien naar vaste contracten.
In Vlaanderen werden de voorbije tien jaar nog nooit zo veel vacatures aangeboden. Toch staat ook hier de middenklasse onder druk. Het aandeel van de werkgelegenheid voor middengeschoolden daalde tussen 1993 en 2014 van 55,9 naar 43,8%. Het jobaanbod voor mensen met enkel een algemeen secundair diploma is zelfs in dalende lijn. Om nog aan een job te raken, moeten zij steeds vaker vrede nemen met een job onder hun opleidingsniveau. Zo gaan bijv. bij dienstenchequebedrijven steeds meer middengeschoolden aan de slag. Maar vooral voor de vijfenvijftigplussers die vandaag hun job verliezen, is het vinden van een nieuwe job haast uitzichtloos.
Om de polarisering op de arbeidsmarkt tegen te gaan, komt de taks shift net op tijd. Daarnaast moet de Vlaamse minister van werk de loonlasten voor vijfenvijftigplussers verder verlagen. Middengeschoolden moeten maximale kansen op herscholing krijgen. En de Europese Commissie moet volharden in haar strijd tegen de sociale (en fiscale) dumping. We hebben immers niet alleen nood aan meer jobs, maar ook aan kwaliteitsvolle jobs. Het belang hiervan kan moeilijk onderschat worden. Want polarisering op de arbeidsmarkt leidt niet alleen tot sociale drama’s, maar ook tot polarisering in de politiek. Het is geen toeval dat Nederland één van de snelst polariserende arbeidsmarkten in West-Europa kent … en ook één van de meest populaire populisten.
Verschenen op demorgen.be