2016 was zo’n jaar waar dingen gebeurd zijn waarvan we zeggen ‘ik weet nog waar ik toen was’. Ik had net mijn kinderen naar school gebracht en reed naar het station op de ochtend van 22 maart. Vorig jaar kwam niet alleen het terrorisme angstvallig dichtbij, maar ook het populisme. Net over het Kanaal, kozen de Britten ervoor om de EU te verlaten, nochtans het fundament van 70 jaar vrede in Europa, en in het witte huis zit nu Donald Trump. Toen hij pas verkozen was, zeiden sommigen dat we Trump ‘serieus moesten nemen, maar niet letterlijk’. Nu hij president is, weten we dat zijn dreigementen serieus én letterlijk te nemen zijn. Voor de 1e maal in mijn korte leven hoor ik mensen elkaar ‘vrede’ toewensen voor het nieuwe jaar. Dat deden we niet meer, want dat leek een zekerheid te zijn. Vorig jaar kwamen echter heel wat zekerheden op de helling te staan: de EU, de NAVO, de rechtsstaat. Maar ook waarden, die ons als kind werden ingelepeld, worden vandaag met voeten getreden: altijd de waarheid spreken en je fatsoenlijk gedragen.
Iedereen voelt het wel ‘aan de ellebogen’ aan: er hangt iets in de lucht. We staan op een scharnierpunt. We weten alleen niet vanwaar de wind dit jaar zal komen, uit de goede richting of uit de slechte richting. In een wereld waarin alles razendsnel veranderd, is Europa nog altijd een baken van stabiliteit. En ook al is er ook veel kritiek op de EU, er is slechts één EU zeker slechter dan degene die we kennen en dat is helemaal géén EU. We mogen ons gelukkig prijzen dat we in Europa wonen, want het is de enige plek op de wereld waar Internationale samenwerking en vrijhandel – nochtans de pijlers van de naoorlogse welvaart en vrede – nog echt overeind staan. We zijn ons daar soms niet voldoende van bewust. We moeten de moed hebben de EU te blijven verdedigen, altijd en overal.
Sommigen beweren dat Europa het volgende slachtoffer wordt van het populisme; dat het slechts een kwestie van tijd is. Geloof hen niet. Niet omdat ik het u zeg, maar omdat het gewoon niet juist is. Tegen alle peilingen in werden de Oostenrijkse verkiezingen niet gewonnen door de kandidaat van extreemrechts, maar door de gematigde Van der Bellen. In Frankrijk trekt de presidentskandidaat Macron volle zalen met als credo ‘Europa is niet het probleem, maar de oplossing’. Zelfs Le Pen moest recent haar aanval op de EU afzwakken omdat de Fransen niet in dezelfde valkuil willen belanden als de Britten. De steun voor de EU is in Frankrijk, Duitsland en in ons land is daarom de laatste maanden niet afgenomen, maar net toegenomen! De redelijke burgers zijn wel degelijk nog altijd in de meerderheid. Tot voor kort zei men dat de ‘stille meerderheid’ de groep van zwijgende, maar ontevreden burgers is. Tegenwoordig zijn de rollen omgekeerd. Het zijn de gewone, redelijke burgers die zich niet meer herkennen in alle geroep en gescheld in de media, die op hun reële bekommernissen nu simplistische antwoorden krijgen, waarvan ze weten dat ze niet zullen werken. Nochtans hebben zij ook redenen om bezorgd te zijn over de impact van de globalisering, de digitalisering of het terrorisme, maar ze zijn nog altijd vastberaden om hun leven niet van de rails te laten lopen. Niet door populisten, en niet door extremisten. Maar ze werken verder, en klagen niet. Zij willen in alle ‘rust en vrede’ hun leven verder uitbouwen. Daarvoor rekenen ze op politici die hun reële bekommernissen beantwoorden, met oplossingen die wél werken, die het land moderniseren, en niet afbreken. Want de mensen willen verandering, maar geen geblaat erover. Niet met grote verklaringen voor de camera’s, maar met daadkracht moeten we de mensen terug vooruit helpen.
Daarom vind ik het zo’n goede zaak dat de persoonlijkheid van het jaar geen politicus was, maar wel de hulpverleners op 22 maart. Alle politieagenten en speurders die in alle stilte hun job hebben gedaan, die hun naam niet in de krant hoeven te zien staan maar die het land echt overeind hielden. Zij zijn het die de boel echt doen draaien. Zij zijn het die de boel bijeen houden. Zij verdienen leiders die in tijden van crisis het hoofd koel houden en niet meesurfen op de golven van de angst. Zij verdienen een politiek die de reële zorgen waar de mensen mee zitten, echt aanpakt. De vader die elke morgen naast mij op school op het bankje zit met zijn zoon en mij zegt dat zijn job bedreigd wordt door een nieuwe speler op de markt, die het niet nauw neemt met de regels. Wel, voor die mensen moeten we strijden tegen alle vormen van fraude. Of de directeur die u aanspreekt over het dak van de school dat lekt. Wel, nog nooit werden zo veel investeringen gedaan in schoolinfrastructuur en het was vele jaren geleden dat de werkende mensen hun loonbrief nog eens zagen stijgen. Dankzij het akkoord onder sociale partners zullen de lonen de komende twee jaar opnieuw stijgen, bovenop de index. Mensen moeten voelen dat hun inspanningen vruchten dragen, dat het vandaag beter is dan gisteren, en morgen beter dan vandaag. Dan pas zal de sirenenzang van populisten of extremisten in dovemansoren vallen.
En in tegenstelling tot wat sommigen beweren, is er ook nog er altijd veel solidariteit in Vlaanderen. Nog nooit zamelden Vlaamse gezinnen zo veel geld in tijdens de warmste week! En de Vlaming is bereid om ook solidair te zijn met mensen van elders. Muren zijn niet nodig, zolang de (buiten)grenzen voor iedereen duidelijk zijn. Ook dat is de taak van de EU.
Sommigen willen ons doen geloven dat de mensen enkel nog gedreven zouden worden door angst of woede. Ik weiger dat te geloven. Mensen zijn net meer dan ooit op zoek naar leiders en medeburgers die ze kunnen vertrouwen. Een democratie kan niet overleven zonder vertrouwen. Van de burger in de overheid, maar ook tussen burgers onderling, mensen van goede wil, daar hebben we meer dan ooit nood aan. Zij zijn onze hoop, want de positieve wind voor 2017 zal niet van bovenaf komen, maar vanuit het hart van de samenleving.
Ik weet niet of u ook die boodschap van hoop gezien hebt van de Nederlandse politicus en auteur van kinderboeken Jan Terlouw. Hij was een jonge vader vlak na de oorlog. Toen hingen er overal touwtjes uit de brievenbussen. De kinderen konden gewoon de voordeuren opentrekken en bij elkaar binnenlopen. In Vlaanderen lieten we de achterdeur open, zodat de kinderen van de buren konden komen spelen. De mensen vertrouwden elkaar. Vandaag is het meest verkochte plaatje in Vlaanderen: ‘Hier waak ik’. Of ze nu een hond hebben of niet.
Beste vrienden, we moeten het vertrouwen herstellen. Vooreerst tussen de politiek en de burger . Niet met grote woorden, maar door de daad bij het woord voegen, want dat is de echte basis van alle vertrouwen. Wel, er is ook goed nieuws . Ik weet dat dat niet meer mag vandaag; spreken over goed nieuws. Ik ga het toch doen, ik excuseer mij daarvoor op voorhand. Sorry 😉 In tien jaar tijd waren er nog nooit zo veel vacatures in Vlaanderen! Het vertrouwen van de ondernemers in de toekomst stond in jaren niet zo hoog en er werden in vijf jaar tijd niet zo weinig criminele feiten gerapporteerd als in 2016. Zijn daarmee alle problemen opgelost? Natuurlijk niet, maar er is wel vooruitgang. Daar moeten we moed uit putten.
Ook het vertrouwen tussen de burgers onderling moet hersteld worden. Al te vaak hoor ik ‘met mij gaat het goed, maar met de wereld, met ‘ons’ gaat het niet goed’. Ook dat moet veranderen. Daarom heb ik een voorstel van decreet ingediend om elke Vlaamse jongere een burgerdienst aan te bieden. Net zoals bij de vroegere legerdienst, kunnen jongeren uit alle lagen van de samenleving elkaar zo opnieuw ontmoeten, want vertrouwen tussen mensen groeit daar waar ze dezelfde waarden delen
Maar wat zijn de waarden die ons vandaag verenigen? Wel, dat is de zorg voor onze kinderen. Een veilige buurt, waar ze kunnen spelen. Een school waar we ze zich kunnen ontwikkelen. Een deftige job, die niet alleen voldoende inkomen biedt, maar ook persoonlijke voldoening. Dat zijn zaken waar iedereen waarde aan hecht, van welke afkomst of herkomst je ook bent! Als we de samenleving terug aan elkaar willen doen klitten, dan moeten we beginnen bij het begin: thuis, in het gezin, in de wijk, op school, in de gemeente, op het werk, … Laag voor laag bouwen we zo onze samenleving terug uit tot een sterke stam. Met aan de buitenkant de schors, die de mensen bescherming moet bieden. Dat is de taak van de politiek. Onderaan onze stam hebben we nood aan diepe wortels, plaatsen waar mensen zich thuis voelen, zoals in de eigen gemeente. Wie op reis is geweest en terug naar huis rijdt, heeft het gevoel thuis te komen op het moment dat je het bordje met de naam van jouw gemeente passeert, want dat is de plaats waar de mensen elkaar nog kennen. Dat wil niet zeggen dat we nu allemaal terug touwtjes uit de brievenbus moeten hangen, maar wel dat we elkaar op straat ‘hallo’ zeggen, dat we elkaar de hand geven, dat we deelnemen aan het wijkfeest. Waar buren elkaar kennen, zijn mensen niet bang voor de buitenwereld.
De vraag die we ons in 2017 moeten stellen, is: welke waarden en wereld willen wij doorgeven aan onze kinderen? Voor mij is dat een vrije wereld, waarin onze kinderen zich volop kunnen ontplooien en een open samenleving, waarin we ons toch thuis kunnen voelen. Dat is de wereld die we zelf hebben meegekregen van onze ouders en die we in nog betere staat moeten doorgeven aan de volgende generatie. Dat is onze taak. Zo eenvoudig is het.
Ik dank u.